Geboortezorg bij Fam
Als het misgaat

Niet iedere zwangerschap komt tot een goed einde. Soms gaat het mis.

Het kan al vroeg mis gaan in de zwangerschap, maar dat kan ook op een later moment. Als er iets misgaat met de zwangerschap is dat erg verdrietig. Ook dan kun je terecht bij Fam en gaan wij je zo goed mogelijk begeleiden. 

Miskraam
+

De eerste 16 weken zijn het meest belangrijk voor de aanleg van het kind. Als er in die periode iets misgaat in de ontwikkeling van je kind dan kun je een miskraam krijgen. Er wordt van een miskraam gesproken wanneer de zwangerschap eindigt binnen de eerste 16 weken. De meeste miskramen vinden plaats voor de 12e zwangerschapsweek. Je lichaam zorgt er dan voor, dat een vruchtje dat weinig levenskansen heeft, zich niet verder ontwikkelt. Dat klinkt logisch. Maar het blijft een nare ervaring, waar je veel verdriet van kunt hebben. Meer informatie vind je in de folder miskraam. Het is ook mogelijk dat de miskraam niet vanzelf op gang komt of dat de miskraam niet volledig is (aanhoudend bloedverlies). Dan kan een curettage nodig zijn. Meer informatie hierover vind je in de folder curretage (deze volgt later). Meerdere miskramen achter elkaar (twee of meer) kan een reden zijn om verwezen te worden naar de gynaecoloog. Dit wordt ook wel habituele abortus genoemd en komt voor bij ongeveer 0,5-1% van alle zwangere vrouwen. Er wordt dan onderzocht of er een aanwijsbare oorzaak voor de herhaalde miskramen is. Meer informatie hierover vind je in de folder herhaalde miskramen.

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
+

Tijdens een buitenbaarmoederlijke zwangerschap vindt de ontwikkeling van een bevruchte eicel buiten de baarmoeder plaats. De bevruchte eicel bevindt zich meestal in de eileider. Deze zwangerschap kan niet uitgedragen worden en is gevaarlijk. Door de groei van het vruchtje barst de eileider en sterft het vruchtje af. Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is vaak sprake van weinig vaginaal bloedverlies. Het bloedverlies kan ook alleen maar in de buikholte zitten. De hoeveelheid is dan vaak meer waardoor je hevige buikpijn krijgt en er kan pijn tussen de schouderbladen ontstaan. Neem in deze situatie altijd contact op met het Moeder- en Kindcentrum. Een operatie kan nodig zijn waarbij de gynaecoloog de buitenbaarmoederlijke zwangerschap verwijdert. Soms moet ook de eileider verwijderd worden. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap eindigt meestal bij 5 tot 6 weken zwangerschap. Bij een volgende zwangerschap is het van belang om meteen na een positieve zwangerschapstest contact op te nemen met Fam. Er wordt rond de 5 tot 6 weken zwangerschap via een inwendige echo gekeken of de zwangerschap zich op de juiste plaats bevindt, in de baarmoeder. 

Mola zwangerschap
+

Een mola-zwangerschap kan gezien worden als een zeldzame vorm van een niet goed aangelegde zwangerschap. De oorzaak is niet bekend. Nadat een zaadcel een eicel heeft bevrucht, deelt de bevruchte eicel zich. De twee cellen die zo ontstaan delen zichzelf ook weer. Bij een normale zwangerschap ontstaat uit deze cellen een vruchtje (embryo) en de moederkoek (placenta).  Wanneer er bij of kort na de bevruchting iets misgaat, kan het gebeuren dat alleen de placenta doorgroeit. Er is dan sprake van een mola zwangerschap. De placenta groeit in de baarmoederholte steeds verder en door vochtophoping ontstaan talloze blaasjes. Een mola zwangerschap wordt vastgesteld met echoscopisch onderzoek, hierbij is dan een soort druiventros te zien. Na de diagnose volgt een curettage (schoonmaken van de baarmoeder). Meer informatie hierover vind je in de folder curettage (deze volgt later). Bij een curettage probeert de gynaecoloog altijd zoveel mogelijk mola-blaasjes te verwijderen. Eventueel achter gebleven restjes ruimt het lichaam uit zichzelf op. Om te controleren dat dit proces goed verloopt, worden de hormoonwaarden in je bloed nog een aantal keren onderzocht. Eén jaar nadat alle hormoonwaardes weer normaal zijn, mag je weer zwanger worden. 

Aangeboren afwijkingen
+

Tijdens de zwangerschap kun je verschillende prenatale onderzoeken laten doen. Denk aan de NIPT, een vruchtwaterpunctie en/of echoscopisch onderzoek. Het doel van deze onderzoeken is natuurlijk om aan te tonen dat er geen afwijkingen zijn. Er bestaat echter altijd een klein risico dat er wel sprake is van een aangeboren afwijking. De ernst van de afwijking bepaalt het verdere verloop van de zwangerschap, bevalling en/of de periode na de bevalling. Wanneer tijdens de zwangerschap of na de geboorte blijkt dat je kind een aangeboren afwijking heeft is dat vaak erg emotioneel. Iedereen wil natuurlijk een gezond kind. Je kunt veel zorgen hebben als er iets niet goed is. Voorbeelden van mogelijke aangeboren afwijkingen zijn: een hartafwijking, een afwijking aan het maag-darmkanaal, een hazenlip, een open ruggetje of klompvoetjes. Vaak is het dan nodig dat je kind na de geboorte wordt opgenomen door de kinderarts. 

Wanneer er tijdens de zwangerschap al bekend is dat er risicofactoren op of problemen zijn, worden multidiscipliniair besproken met onder andere de kinderts. Bij bekende risicofactoren is er een kinderarts aanwezig bij de geboorte. 

Afhankelijk van de soort afwijking kan je kind bij Fam geboren worden en opgenomen worden op onze kinderafdeling óf krijg je het advies om je kind in een ander ziekenhuis geboren te laten worden (soms is dit in Utrecht, soms in Rotterdam). Daar is bij ernstige afwijkingen nog betere medische opvang van je kind mogelijk. De gynaecoloog en de kinderarts begeleiden je hierin en besluiten samen met jou waar je het beste kunt bevallen. Soms wordt je kind pas na de geboorte naar een ander ziekenhuis overgeplaatst. 

 

Een enkele keer is de ernst van de afwijking zo groot dat je kind na de geboorte zeer ernstig gehandicapt of niet levensvatbaar zal zijn. In deze situatie kan het zo zijn dat ouders, ondersteund door hulpverleners, besluiten om een zwangerschap vroegtijdig af te breken. Vooraf wordt natuurlijk uitgebreid onderzoek gedaan naar de aard van de afwijking. Soms word je daarvoor naar een ander ziekenhuis verwezen.  

Je kind is overleden
+

Het is uitzonderlijk, maar toch sterven jaarlijks een aantal kinderen rondom de geboorte. Dit komt ongeveer bij 9 op de 1000 zwangerschappen voor. Vaak blijft de oorzaak onduidelijk. Soms spelen de volgende oorzaken een rol; aangeboren afwijkingen, het loslaten van de placenta of ernstige problemen met de navelstreng. Het overlijden van je kind wordt altijd via echoscopisch onderzoek bevestigd. Wanneer jullie dit overkomt, is dat zeer ingrijpend en hevige emotionele reacties kunnen hierop volgen. Een van de reacties kan zijn dat je liefst zo snel mogelijk de zwangerschap wilt beëindigen door ingeleid te worden. Dat is een logische reactie. Toch adviseren we, afhankelijk van de situatie, om nog even de tijd te nemen om samen met je partner te overdenken hoe jullie afscheid willen gaan nemen van je kind. Afhankelijk van de zwangerschapsduur moeten verschillende keuzes gemaakt worden. 

 

Je kind is overleden voor de 24 weken zwangerschap 

Wordt je kind voor de 24 weken zwangerschap geboren en is het overleden, dan gelden er geen verdere wettelijke bepalingen; niets is verplicht of verboden. Je bepaalt zelf of je je kind wilt laten begraven of cremeren. Ook bepaal je zelf of je wel of geen officiële aangifte wilt doen. Als je niet getrouwd bent, kan je kind alleen de naam van je partner krijgen als deze het kind al tijdens de zwangerschap en voor het overlijden wettelijk heeft erkend. Daarna is dit wettelijk helaas niet meer mogelijk. In het ETZ locatie Elisabeth staat het monument de Vlinderboom als gedenkplaats voor kinderen die voor de 24 weken zwangerschap zijn overleden. Hier kun je gebruik van maken als je dat prettig vindt. Meer informatie vind je in de folder Vlinderboom

 

Je kind is overleden na de 24 weken zwangerschap 

Wordt je kind na de 24 weken zwangerschap geboren en komt het te overlijden, dan bestaan er wettelijke bepalingen waar je rekening mee moet houden. Wil je je kind begraven of cremeren? Ga je zelf aangifte doen bij de gemeente of laat je dat door iemand anders doen (begrafenisondernemer)? Is verder onderzoek bij jullie kind voor jullie een optie? Kortom, veel vragen die beantwoord moeten worden en het kost tijd om de juiste keuzes te maken. We informeren jullie over wat er allemaal mogelijk is en begeleiden jullie in de keuzes die jullie maken. Meer informatie vind je in de folder het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling.