Geboortezorg bij Fam
Complicaties in het kraambed

Meestal verloopt de kraamperiode zonder ernstige complicaties. Na een gecompliceerde, langdurige bevalling of na een keizersnede bestaat een iets verhoogd risico op complicaties. 

De meest voorkomende complicaties zijn; infecties (ontstekingen), een bloedpropje (trombose) of een nabloeding. Soms kunnen hevige stemmingswisselingen een reden zijn voor (psychische) problemen. 

Infecties
+

Tijdens het kraambed zijn de risico’s op een infectie vergroot; je hebt bloedverlies, de natuurlijke zuurgraad van je schede ontbreekt en er zitten kleine scheurtjes in het baringskanaal. Dit is een goede omgeving voor de groei van bacteriën. Al tijdens de bevalling kunnen bacteriën bij je vagina en in je baarmoedermond terecht gekomen zijn. Als de bevalling lang geduurd heeft, de vliezen langer dan 24 uur gebroken waren of als er veel ingrepen zijn verricht tijdens de bevalling, is de kans op infectie verhoogd. 

Baarmoederontsteking
+

Een baarmoederontsteking komt bij ongeveer 2% van de kraamvrouwen voor, na een keizersnede is het risico wat groter. De verpleegkundige of kraamverzorgende controleert elke dag de hoogte en het samentrekken van je baarmoeder. Als de baarmoeder niet goed genoeg samentrekt, te langzaam kleiner wordt en het is pijnlijk als er op de baarmoeder geduwd wordt, vindt overleg plaats met de verloskundige of gynaecoloog. Bij een infectie is je temperatuur meestal boven 38°C. Vaak treedt spontaan herstel op. Stijgt de koorts en voel je je ziek dan word je opgenomen op de Moeder- & kindafdeling van Fam voor een behandeling met antibiotica. Je wordt dan behandeld met antibiotica via een infuus. Je kind mag gewoon bij je blijven. Je partner kan blijven overnachten.

Ontsteking van knip of ruptuur
+

Een ontsteking van een knip of ruptuur (scheurtje) komt zelden voor. De verpleegkundige of kraamverzorgende controleert elke dag de hechtingen. Heb je veel pijnklachten, begint de wond rood te worden, te zwellen en/of stijgt je temperatuur, neem dan contact op met Fam. 

Blaasontsteking
+

Blaasontsteking komt regelmatig voor in het kraambed. Als je tijdens de zwangerschap vaker last had van blaasontstekingen of als je gekatheteriseerd (je blaas is met een slangetje leeg gemaakt) bent tijdens de bevalling, is de kans op een blaasontsteking groter. Meestal heb je last van veelvuldig plassen, pijn bij het plassen, pijn in de onderbuik en soms verhoging (37,8-38.0). Denk je dat je een blaasontsteking hebt, laat dit dan weten aan de verpleegkundige of kraamverzorgende of neem contact op met Fam. 

Borstontsteking
+

Een borstontsteking ontwikkelt zich meestal in de 2e week na de bevalling en vrijwel alleen bij vrouwen die borstvoeding geven. De oorzaak is meestal een bacterie die tijdens het drinken op de tepel terecht komt. Als de huid van de tepel een wondje heeft, kan deze bacterie de borst binnen dringen. Je kunt een borstontsteking helpen te voorkomen door hygiënisch te werken, laat je borst goed leeg drinken en leg je kind goed aan (zodat tepelkloven voorkomen worden). Bij een borstontsteking heb je in één van de borsten een pijnlijke, rode, harde en warme plek. Vaak voel je je ziek en heb je koorts (meestal boven 39°C). Bij de meeste vrouwen geneest een borstontsteking spontaan binnen 24 tot 36 uur. De verloskundige of lactatiekundige kan je vertellen wat je moet doen als je deze klachten hebt. Neem dus contact op met Fam.  Geneest de borstontsteking niet uit zichzelf dan schrijft je huisarts of gynaecoloog je antibiotica voor.  

Ontsteking in de bloedbaan (sepsis)
+

Een zeer ernstige complicatie is een ontsteking in de bloedbaan, een sepsis. Dit komt gelukkig maar heel weinig voor. Hierbij zijn bacteriën in de bloedbaan terecht gekomen en ze hebben zich vermeerderd.  Meestal krijg je een sepsis op de eerste of tweede dag na de bevalling.

Neem contact op met Fam bij; hoge piekende koorts, hoofdpijn en verwardheid, huiduitslag, in toenemende mate je ellendig en slap voelen, niet meer op je benen kunnen staan of hevige buikpijn (die niet reageert op ingenomen paracetamol). Bij een vermoeden op een ontsteking in de bloedbaan (sepsis) wordt je opgenomen op de Moeder & kindafdeling van Fam en krijg je antibiotica via het infuus. Je kind mag gewoon bij je blijven. 

Nabloeding
+

De oorzaak van abnormaal bloedverlies in het kraambed is meestal een achtergebleven restant van de moederkoek (placentarest). Vaak ontstaat de nabloeding binnen de eerste uren of dagen na de bevalling. Is er sprake van een placentarest in de baarmoeder dan wordt een curettage verricht. Dit is een operatie waarbij de baarmoeder leeg wordt gemaakt. Je wordt hiervoor opgenomen op de Moeder & kindafdeling van Fam. Je kind mag gewoon bij je blijven. Je partner kan blijven overnachten.

Neem contact op met Fam bij; veel bloedverlies, dat wil zeggen, binnen één uur een kraamverband vol en/of verschillende grote stolsels achter elkaar. Dit kan dus kort na de bevalling zijn, maar bijvoorbeeld ook in de weken na je kraambed.  

Trombose
+

Net na de bevalling beweeg je een stuk minder. Je hebt daardoor een licht verhoogde kans op het ontwikkelen van trombose. Trombose is een aandoening waarbij in een bloedvat een bloedstolsel gevormd wordt. Dit komt het meeste voor in de benen. Trombose ontstaat vaak aan het einde van de kraamweek of in de tweede week na je bevalling. Je kunt hierbij ook verhoging (37,5-37.8) krijgen.

Als je een verhoogde kans hebt op trombose bijvoorbeeld als je al eerder trombose hebt gehad of je een stollingsstoornis hebt, dan wordt preventief antistolling (bijvoorbeeld Fragmin) voorgeschreven. Dit is een medicijn dat de stolling van bloed tegen gaat. 

Neem contact met Fam op als je een pijnlijke plek in je been (kuit) hebt of je been zwaar aanvoelt. Soms heb je ook zwelling in je been en ziet de huid er rood en gespannen uit. In zeldzame gevallen schiet een bloedpropje uit je been (of bijvoorbeeld je bekken) los en komt dit in een longvat terecht. Dit is een gevaarlijke complicatie. Als je klachten hebt van pijn op de borst, benauwdheid, hoesten of pijn bij zuchten, neem dan direct contact op met Fam.  

Psychische problemen
+

Depressie 

Het is normaal dat je in het kraambed kortdurend last hebt van stemmingswisselingen. Soms houden de stemmingswisselingen langer aan en overheerst een depressieve stemming. Je voelt je dan; somber, neerslachtig, geïrriteerd en/of bedroefd. Daarbij kunnen ook nog lichamelijke klachten optreden; concentratiestoornissen, slaapproblemen, een gestoorde eetlust en libidoverlies (geen zin meer in seks). Deze klachten kunnen nog weken tot maanden na de bevalling ontstaan. Herken je jezelf in deze klachten, neem dan contact op met je huisarts.  De behandeling van een zogenaamde post-partum-depressie is hetzelfde als bij iedere andere depressie: goede begeleiding en gesprekstherapie, eventueel aangevuld met medicijnen. De POP-poli is een afdeling binnen het ETZ waar je met deze problemen goed geholpen kunt worden. De POP-poli is een samenwerking tussen psychologen, gynaecologen en kinderartsen. Deze poli richt zich speciaal op psychische problemen bij vrouwen met een zwangerschapswens, zwangere vrouwen en vrouwen die recent bevallen zijn. Neem voor meer informatie contact op met Fam.  

 

Psychose 

Een ernstig probleem is een psychose, dit komt niet vaak voor. Hierbij ben je angstig, extreem onrustig, en soms heb je waanbeelden. Je slaapt en gedraagt je niet normaal. Omdat je hierbij gevaarlijk kunt worden voor jezelf en je kind is een tijdelijke opname op een psychiatrische afdeling soms noodzakelijk.