Geboortezorg bij Fam
Aspirine gebruik tijdens je zwangerschap

Jouw verloskundige heeft je erop gewezen dat je ervoor kunt kiezen om aspirine te gebruiken tijdens je zwangerschap.

Aan sommige zwangere vrouwen wordt dagelijks gebruik van aspirine aangeraden om ervoor te zorgen dat er minder snel pre-eclampsie (‘zwangerschapsvergiftiging’) of een groeivertraging bij je ongeboren kind optreedt.

Voor wie?

Vrouwen die in aanmerking komen voor aspirinegebruik zijn: vrouwen met een hogere kans en vrouwen met een iets hogere kans op pre-eclampsie en groeivertraging. 

Je hebt een hogere kans op pre-eclampsie wanneer één van onderstaande situaties op jou van toepassing is:

  • ernstige hoge bloeddruk in een eerdere zwangerschap;
  • in groei vertraagd kindje in een eerdere zwangerschap;
  • gestorven kind in een eerdere zwangerschap terwijl de oorzaak niet bekend is;
  • hoge bloeddruk of diabetes die al bestond vóór de zwangerschap;
  • nierproblemen of bepaalde auto-immuunziekten;
  • eiceldonatie.

Je hebt iets hogere kans op pre-eclampsie wanneer twee of meer van onderstaande situaties op jou van toepassing zijn:

  • eerste zwangerschap;
  • 40 jaar of ouder;
  • 10 jaar of meer tussen twee zwangerschappen in;
  • BMI van 35 of meer;
  • je bent zwanger van een tweeling;
  • zus en/of moeder heeft pre-eclampsie gehad.

 

Hoe werkt aspirine?

De werking van aspirine begint al vroeg in de zwangerschap en heeft te maken met de vaten die in de placenta zorgen voor de toevoer van voedingsstoffen naar je kind. Normaal gesproken worden deze vaten in de loop van de zwangerschap steeds wijder, omdat je kind steeds meer voedingsstoffen nodig heeft. Bij pre-eclampsie en groeivertraging gaat dit vaak minder goed, omdat je lichaam met afweer reageert op stoffen die het lichaam niet herkent. Deze afweerreactie van het lichaam zorgt er onder andere voor dat het bloed sneller stolt, er lichte ontstekingsreacties ontstaan en de vaten niet goed wijder kunnen worden. De bloeddruk stijgt dan om toch zoveel mogelijk voedingsstoffen bij je kind te laten komen, je kind kan vaak minder goed groeien.

Aspirine zorgt ervoor dat de bovengenoemde reacties minder hevig zijn en verminderen daardoor de kans op pre-eclampsie en groeivertraging.

 

Wat zijn de cijfers?

Voor vrouwen met een hogere kans op pre-eclampsie en groeivertraging is de werking van aspirine groter dan voor vrouwen met een iets hogere kans. Bij gebruik van aspirine is de kans op bepaalde complicaties lager dan bij vrouwen die geen aspirine gebruiken.

Bij vrouwen met een hogere kans, zorgt aspirine voor een lagere kans op een hoge bloeddruk (46% lager), pre-eclampsie (25% lager), vroeggeboorte (11% lager), sterfte bij het kindje (31% lager) en groeivertraging (11% lager).

Bij vrouwen met een iets hogere kans, zorgt aspirine voor een lagere kans op pre-eclampsie (14% lager), vroeggeboorte (7% lager) en groeivertraging (9% lager).

 

Wat moet je doen?

Omdat de werking van aspirine al zo vroeg in de zwangerschap begint, is het belangrijk om met aspirine te starten vóór je 16 weken zwanger bent. Als je later begint, heeft het geen effect meer. Aspirine komt door de moederkoek bij je kind. Daarom moet je minimaal één week vóór de bevalling of keizersnede stoppen met aspirine. Je kan daarom het beste bij 36 weken stoppen, behalve als de bevalling eerder verwacht wordt. 

Je kunt de aspirine het beste ’s avonds voor het slapen gaan innemen. Je neemt één tablet van 100 mg. Je krijgt de tabletten met de juiste dosering alleen op recept bij je apotheek. Je huisarts of gynaecoloog schrijft het recept uit. Je verloskundige kan je hiervoor naar de huisarts verwijzen

Bij het innemen van aspirine kun je op het volgende letten:

  • neem elke dag één keer 100 mg aspirine (Acetylsalicylzuur) in 
  • neemt de tablet in vlak voor het slapen gaan;
  • gebruik het tot 36 weken zwangerschap;
  • je krijgt de tabletten met de juiste dosering alleen op recept bij uw apotheek. Je huisarts of gynaecoloog schrijft het recept uit. Je verloskundige kan hiervoor naar de huisarts verwijzen.

 

Mogelijke bijwerkingen

De dosering van 100 mg aspirine is lager dan de dosering die gebruikt wordt voor pijnbestrijding. Er is een kleine kans op bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen bij het gebruik van aspirine zijn:

  • maagklachten, zoals maagpijn, misselijkheid en overgeven;
  • darmklachten, zoals diarree, verstopping en winderigheid;
  • huidreacties, zoals huiduitslag en jeuk;
  • langer bloeden uit wondjes, bloeduitstortingen en blauwe plekken;
  • overgevoeligheidsreacties, te merken aan huiduitslag, benauwdheid en/of een opgezwollen gezicht;
  • vocht vasthouden, hoofdpijn, duizeligheid, ontstekingen in de mond en jicht.

Vragen

Mocht je na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, aarzel dan niet om ze te stellen aan je verloskundige of gynaecoloog.